‘We gaan toch geen bomen knuffelen, hè?’, krijg ik wel eens te horen als ik met een groepje op stap ga. Ze zijn als medewerker of vrijwilliger door hun organisatie uitgenodigd mee te gaan met deze stilte- of meditatiewandeling. Ze zijn nieuwsgierig, maar ook sceptisch. Het zijn nuchtere types, die met beide benen op de grond staan.
Dat komt goed uit, want dat ben ik ook.
Als iemand me vertelt dat je kunt luisteren naar de sapstroom van bomen, wil ik dat wel graag even onderzoeken. Met een stethoscoop gedaan zelfs: ik hoorde het niet.
Of dat bepaalde soorten stenen een specifieke invloed op je lichaam hebben: natuurlijk fijn dat het die persoon helpt, maar ik haak dan af.
Ik hou het graag concreet.
Op mijn website staat dat we de natuur als metafoor gebruiken, en ik kan me indenken dat dat toch wat vaag klinkt. Wat moet je je daarbij voorstellen?
Mijn wandelingen vinden bij voorkeur plaats in de natuur, vanwege alle, wetenschappelijk onderbouwde, positieve effecten daarvan.
Tijdens het lopen vraag ik de deelnemers bijvoorbeeld om heel bewust te kijken of te luisteren naar hun omgeving. Een goede methode om de drukte van alle dag even achter je te laten.
Bij een individuele coaching kan het zijn dat ik met iemand die een keuze moet maken, een splitsing in de weg zoek. Daar gaan we dan, met alles wat daar aanwezig is, alle keuzemogelijkheden onderzoeken. Elke boom, ieder plantje, elke steen staat voor iets wat bij die richting hoort. Dan krijg je overzicht.
Niks zweverigs aan.
Ik ben wel van de symboliek.
Ik vraag de deelnemers aan het eind van een wandeling altijd wat er hier nu, op dit moment, speciaal voor hen aanwezig is. Aanvankelijk krijg je dan glazige blikken, maar het blijkt dat bijna iedereen toch iets vindt wat boeit of steunt of waar men van geniet.
En soms is dat een boom, waar men best even tegenaan wil leunen.